Wat is een BEN-woning

Een BEN-woning of Bijna Energie Neutrale Woning moet gelijktijdig voldoen aan de volgende voorwaarden.  Deze komen ondertussen overeen met de minimale wettelijke EPB-normen voor nieuwbouw. EPB staat voor Energie Prestatie Binnenklimaat. 

1. Het E-peil moet lager zijn dan of gelijk zijn aan E30.

Het E-peil is een maat voor de energetische prestatie van een gebouw, rekening houdend met de isolatie, oriëntatie, verwarming en ventilatie. Hoe lager de E-score, hoe minder energie je verbruikt.

2. Het S-peil moet lager zijn dan of gelijk zijn aan S28

Sinds 2018 spreken we van een ‘S-peil’ of ‘schilpeil’ om de energie-efficiëntie van de gebouwschil uit te drukken. Het is peil moet in principe lager zijn of gelijk zijn aan S28. Omdat het in bepaalde woonvormen soms moeilijk is om een S28 te bereiken is er een compensatiemaatregel dat ook S29, S30 of S31 voldoende is voor zover er een E-peil E20 gehaald wordt (ipv E30).

Hoe minder energie nodig is om de temperatuur van de wooneenheid op peil te houden en hoe efficiënter de vorm, hoe lager en hoe beter het S-peil. Hoe lager het S-peil, hoe beter het dus gesteld is met de schil van de woning, energetisch gezien.

Voor een laag S-peil besteed je aandacht aan:

  • de luchtdichtheid (een test wordt aanbevolen) ;
  • de verhouding glas-vloeroppervlakte ;
  • de vormefficiëntie (hoe goed de geometrie van de woning aansluit bij de meest compacte vorm, namelijk een bol) ;
  • de isolatie van de schildelen (dak, vloer, muur) ;
  • de invloed van de bouwknopen ;
  • de grootte en oriëntatie van de vensters ;
  • zonnewering tegen oververhitting ;
  • de impact van zonnewinsten ;
  • de aanwezigheid van thermische massa.

3. De constructiedelen (daken, muren, vloeren, vensters, glas en deuren en poorten) moeten voldoen aan specifieke Umax-eisen. 

De U-waarde (uitgedrukt in W/m²K) is de warmtedoorgangscoëfficiënt van een constructiedeel. Deze waarde geeft aan hoeveel warmte er per seconde en per vierkante meter verloren gaat als het temperatuurverschil tussen binnen en buiten 1 °C is. De U-waarde wordt bepaald door de dikte en de lambdawaarde van de materialen waaruit een constructiedeel bestaat. Met de hedendaagse bouwmaterialen zijn de wettelijk vereiste U-waarden in nieuwbouw makkelijk haalbaar.

4. Het risico op oververhitting is beperkt

In BEN-wooneenheden is de oververhittingsindicator kleiner dan 6.500 Kh. Besteed hier dan ook voldoende aandacht aan bij het ontwerp en hou rekening met inplanting, oriëntatie, luifels, zonnewering of natuurlijke beschaduwing en uiteraard ventilatie.

5. Verplichte ventilatievoorzieningen

Een BEN-wooneenheid moet beschikken over ventilatievoorzieningen. We bouwen luchtdichter dan vroeger, waardoor een goed ventilatiesysteem cruciaal is voor een gezond binnenklimaat. Hierbij zijn wij voorstander van ventilatie systeem D, waarbij er warmterecuperatie is.

6. Minimumaandeel hernieuwbare energie

Vanaf 2025 moet je minstens 15kWh/m2/jaar opwekken door zonne-energie.  Dat kan door zonnepanelen (PV-panelen) of een zonneboiler.
Voor 2025 mocht je de hernieuwbare energie energie (dan wel 25kWh/m2/jaar) ook voorzien door bv het plaatsen van een warmtepomp of aansluiting op het warmtenet.  Maar gezien vanaf 2025 dit quasi standaard wordt, werd deze maatregel herzien. 

7. Verwarming op lage temperatuur en minimaal installatierendement van 130%

Sinds 2023 is het verplicht te verwarmen met lage temperaturen van maximaal 45°C bij de keuze van centrale verwarming met warm water (in de praktijk vaak vloerverwarming).
Voor bouwaanvragen vanaf 2025 is er ook een minimaal installatierendement van 130% vereist, maw warmtepompen. Een uitzondering wordt voorzien voor verwarming op het warmtenet en luchtverwarming.

Bron: VEKA en iedereenben.be

interieur kijkwoning Bellegem
Scroll to Top